De gebruikte methode werkt het beste op tricot stoffen. Al dan niet katoenentricot of viscose tricot. Maar ook op een stretchkatoen en rekbaar kant werkt het prima.
Nu heb je rek en rek. De volgende vraag zie ik dus al aankomen 😉. Hoeveel rek moet een stof dan hebben? De gemiddelde rek van de genoemde stoffen ligt doorgaans tussen de 10-25%.
Ja, hier komt inderdaad weer een vraag uit voort. Want hoe weet ik nu hoeveel rek er in een stof zit? Dat kun je dus berekenen. Als je het bijgevoegde stretchmaatje download en uitprint kun je gelijk meedoen. Dubbelklik op de video om deze scherm vullend te bekijken.
00.00.00 Leg het stretchmaatje op een vlakke ondergrond.
00.03.33 Begin met het zetten van twee spelden in de stof. Spelt 1 aan het begin van het stretchmaatje en spelt 2 op het 0% streepje.
00.14.09 Rek vervolgens de stof uit en lees op het stretchmaatje het percentage af. Wees met het op rek zetten voorzichtig en wees niet te overmoedig. De stof moet namelijk ook nog prettig om het lijf zitten. Ga uit dus uit van je gevoel.
00.29.70 Ontstaan er ribbels in de stof dan heb je doorgaans veel te hard getrokken. Laat de stof weer terugveren en stretch de stof een minder in percentage, zodat de stof netjes recht blijft zonder plooiing.
Hou rekening met de rek
Waarom nu al dit werk om de rek van je stof te bepalen. De methode waarmee je het patroon tekent is gebaseerd op een gemiddeld rekpercentage van 15% (tricot). Ook de plusgetallen van je taille en heupwijdte uit hoofdstuk 2.3 zijn op dit percentage gebaseerd.
Heb je meer rek, dan kan je deze getallen iets verlagen, heb je minder rek dan moet je niet vergeten deze getallen op te hogen, anders zit je jurk straks te strak.