1.2 Patroontekenen rechte rok

In dit hoofdstuk ga ik je leren een rechte rok te tekenen op je eigen maten. Het voorbeeld laat een rechte rok zien, welke vanuit de taille wordt getekend. Wil je de rok echter tekenen op de plek waar je de band wilt hebben zitten (zoals uitgelegd in het hoofdstuk maatnemen), dan is de werkwijze hetzelfde. Alleen zullen de lijnen van je taille wellicht meer verschil laten zien.

Hou er rekening mee, dat jouw tekening op je eigen maten er anders uit kan zien dan de tekening uit het voorbeeld. Als je het fijn vindt om mee te lezen en kijken met wat we gaan tekenen, dan kun je hier de theorie van de rechte rok downloaden.

Om jezelf het patroontekenen eigen te maken is het slim om je patronen op je eigen maten in eerste instantie op 1/4 of 1/2 schaal te tekenen. Op deze manier kun je gemakkelijker overzicht houden over wat er gebeurd.

Ben je niet in het bezit van een schaalmaatje, dan kun je via deze download een papieren versie downloaden. Wil je een plastic versie, dan kun je deze via onze webshop bestellen.

 

Tijdens het opzetten van de basis van de rechte rok nemen we een halve heupwijdte. Als we daarna de halve heupwijdte gaan verdelen nemen we de helft van de halve heupwijdte -1 cm. Deze 1 cm wordt gebruikt om je zijnaad te verplaatsen. Zo wordt je voorrok iets kleiner dan je achterrok. Dit gebeurd omdat je aan de achterzijde meer ruimte nodig hebt dan aan de voorzijde. Zonder de verplaatsing van de zijnaad valt de rok niet netjes in verhouding met je lichaam.

Heb je het patroon voor je eigen rechte rok getekend. Oefen dan desnoods nog een keer of probeer je patroon om te zetten naar een tekening op ware grootte. Alle stappen werken hetzelfde, alleen dan in hele centimeters.

  • De rits in een rechte rok plaatsen we in principe altijd midden achter. Net boven onze billen zit namelijk het meest platte gedeelte van ons lichaam, waardoor de rits netjes glad tegen het lijf aan komt te liggen. Plaats je de rits in de zijnaad, dan bestaan de kans dat de rits gaat bokken (uitsteken aan het uiteinde). Zeker als er een groot verschil is tussen taillewijdte en heupwijdte.
  • Na het tekenen van de grondopstelling is het zaak te besluiten of je een in de taille een beleg maakt of een tailleband. Maak je een tailleband dan is er nog keuze uit een recht tailleband of een tailleband op vorm.
  • Beleg Losse tailleband recht Losse tailleband op vorm
    Kies je voor een beleg, teken dan 5 cm onder de taille een lijn evenwijdig aan je taille. Bij de uitwerking neem je deze 5 cm als apart patroondeel over en vouw je de coupenaden af. Verlaag de taille met 4 cm en teken een rechte strook van 8 cm hoog en taillewijdte + overslag (4cm) breed. Teken 5 cm onder de taillelijn een evenwijdige lijn aan je taille. Bij de uitwerking van je patroon knip je dit 5 cm deel van je patroon af en vouw je de coupenaden af.


Vragen van een cursisten:

 

1. Begrijp ik het goed dat als coupenaad achter kleiner is dan 4 cm, er maar 1 coupenaad achter getekend wordt?
Ja klopt. Als in de berekening de achter coupe groter wordt dan verdeel je deze in 2 coupes. Welke beide op 1/3 van het achterpand geplaatst worden. Blijft de berekening onder de 4 cm, dan teken je slechts 1 coupe welke in het midden van het achterpand komt te liggen.

 

2. Ik ben een rechte rok aan het tekenen op mijn eigen maten. Heb achter een coupe berekend van 4.5 cm. Bij een gemeten coupe van 4 zou er 1 achtercoupe komen. Bij 4.5 dus 2 achtercoupes. Echter betekent dit voor de tweede coupe 2 keer 0.25 laten weg laten lopen tot 8 cm. Is dit te verwaarlozen of noodzakelijk? Of toch weg te werken in 1 coupe?
Nee, je mag die kleine coupe niet verwaarlozen, maar je mag wel een andere verdeling van coupes maken. Bijvoorbeeld 1 coupe van 3 cm en 1 coupe van 1,5 cm. Het kan namelijk ook andersom voorkomen. Dat je bijvoorbeeld bij je coupeberekening 8 overhoudt. (Groot verschil tussen taillewijdte en heupwijdte) In dat geval maak je niet 2 coupes van 4 cm maar 1 coupe van 4 cm en 2 coupes van 2 cm-er. Alleen de eerste grote coupe is 4 cm, alle opvolgende coupes zijn kleiner dan 4 cm. Indien je meer coupes hebt dan is de verdeling van de coupes altijd gelijkmatig over de taillebreedte.

 

3. Hoeveel coupenaden mag je maximaal hebben?
Jouw lichaam bepaald, dus je maakt zoveel coupenaden als je nodig hebt. Soms geeft meerdere kleinere coupenaden een mooiere verdeling dan 2 grote coupes.

 

4. Hebben coupenaden een vast plek?
Nee, je coupenaden hoeven niet 100% op de juiste plek te zitten, behalve je zijnaadcoupe. Soms blijkt namelijk tijdens het afpassen dat een coupe op een andere plaats een betere werking heeft. Dan verplaatsen we deze. Zo wordt bijvoorbeeld de voor coupe die standaard op 5 cm zit, regelmatig meer naar voren verplaatst.

 

 

En is het je gelukt om een grondpatroon te tekenen? Geen gekke dingen tegengekomen? Of heb je toch nog wel een vraag? Schroom dan niet deze te stellen in onze bijbehorende Facebookgroep.

Heb je de grondopstelling van je rechte rok helemaal compleet? Dan raad ik je aan door te gaan naar de les ‘Grondpatroon versus werkpatroon’